Naar schatting 60% van de vrouwen krijgt tijdens de zwangerschap te maken met een aversie tegen bepaald voedsel. Dit begint vaak rond de vierde week van de zwangerschap. Boosdoeners zijn meestal vlees, zuivelproducten, eieren en sterk gekruide of sterk smakende gerechten. In de meeste gevallen is het geen probleem om deze voedingsmiddelen van het menu te schrappen. Nieuw onderzoek toont echter aan dat je moet oppassen met het mijden van dierlijke producten. Want hierin zit een voedingsstof die cruciaal is voor de ontwikkeling van de hersenen van je baby.

 

De gerandomiseerde studie, die is gepubliceerd in The FASEB Journal, vergeleek schoolgaande kinderen van vrouwen die tijdens hun zwangerschap de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid choline van 480 mg hadden ingenomen met kinderen van vrouwen die 960 mg choline, dus de dubbele hoeveelheid, hadden ingenomen. Op zevenjarige leeftijd deden de kinderen een computertest. Daarbij moesten ze gedurende 12 minuten razendsnel aangeven of ze wel of niet een grijs vierkant op het scherm zagen. De onderzoekers ontdekten dat kinderen van moeders die de dubbele aanbevolen dagelijkse hoeveelheid choline hadden ingenomen beter presteerden dan kinderen van vrouwen die de gebruikelijke hoeveelheid hadden ingenomen. Deze kinderen konden zich minder goed concentreren en waren niet in staat om de test goed te voltooien. Hoewel grootschaliger onderzoek noodzakelijk is, lijkt duidelijk dat de huidige aanbevelingen voor de inname van choline moeten worden herzien. Kinderen van wie de moeders de dubbele hoeveelheid choline hadden ingenomen, profiteren als schoolkind – en mogelijk ook later – van onder meer een betere concentratie, een beter geheugen en een beter probleemoplossend vermogen.

 

Wat is choline ook alweer? Choline is een voedingsstof die je lichaam nodig heeft voor het reguleren van de spiercontrole, het humeur en het geheugen. Daarnaast is het erg belangrijk voor het vormen van membranen rond de cellen in je lichaam. Choline komt vooral voor in runderlever, rundergehakt, eieren, kip en vis – deze producten bevatten 13–65% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Plantaardige bronnen zijn sojabonen, gevolgd door aardappelen, quinoa, spruitjes, volkorenrijst, kool, bloemkool en broccoli. Met uitzondering van sojabonen bevatten deze producten echter niet meer dan maximaal 10% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Mocht je een aversie hebben tegen dierlijke eiwitbronnen als kip of rundvlees of lactovegetariër zijn, dan zijn eieren voor jou misschien een goed alternatief. Koemelk en plantaardige alternatieven voor melk bevatten ook choline en vormen daarmee eveneens een goed dagelijks alternatief. Controleer in ieder geval de voedingswaardetabel, omdat de hoeveelheid choline per product kan verschillen.

 

Jullie Dole team